- Home →
- Examen aanhanger
Examen aanhanger
Het praktijkexamen voor de aanhangwagen duurt 55 minuten. In het examencentrum maakt de kandidaat eerst kennis met de examinator. Deze legt uit hoe het examen verloopt en stelt de kandidaat enkele vragen over het kentekenbewijs en registratiebewijs.
Daarna volgt op de parkeerplaats een ogentest, waarbij je het kenteken van een stilstaande auto op een afstand van ongeveer 25 meter moet kunnen lezen. Vervolgens dient de aanhangwagen aangekoppeld worden en dienen daarna een aantal voorbereidings- en controlehandelingen te worden uitgevoerd.
Dan begint de rit. De examinator let onder meer op, of de kandidaat verkeersinzicht heeft en aangepast en besluitvaardig gedrag toont en of hij rekening houdt met andere weggebruikers.
Ook wordt er op gelet of de bediening van de aanhangwagencombinatie, met inbegrip van het sturen, vrijwel moeiteloos wordt uitgevoerd.
Na het examen: Direct na afloop deelt de examinator in het examencentrum de uitslag mee. Als de kandidaat is geslaagd, wordt een Verklaring van rijvaardigheid en een Verklaring van geschiktheid digitaal opgestuurd naar het Centraal Rijbewijzen Register.
Vervolgens kan op het gemeentehuis het rijbewijs aangevraagd worden. Als de kandidaat is gezakt, dan licht de examinator toe welke onderdelen onvoldoende waren, zodat daar in vervolglessen extra aandacht aan besteed kan worden.
Wat je moet meenemen naar het examen is:
- Een geldig rijbewijs
- De oproepkaart. Je rij-instructeur stuurt je dit via de mail toe. Deze moet je in het bijzijn van de examinator ondertekenen.
Nieuwe regels rijbewijs BE: Met het rijbewijs BE mag je tot 19 januari 2013 een aanhangwagen of oplegger voortrekken met een toegestane maximum massa (tmm) van meer dan 750 kg. Als je op of na 19 januari 2013 je BE rijbewijs haalt, mag de toegestane maximum massa van de aanhang- wagen of oplegger niet zwaarder zijn dan 3500 kg.
Voor opleggers of middenasaanhangwagens is hierop wel een uitzondering mogelijk. Bij deze voertuigen kan namelijk gewicht worden overgedragen op het trekkend voertuig. In dat geval mag de tmm van de combinatie zwaarder zijn dan 7000 kg.
Bij andere soorten aanhangwagens (dan opleggers of middenasaanhangwagens) is het niet toegestaan gewicht over te dragen. ‘Overdragen’ betekent dat via de trekhaak (of andere gebruikte wijze van koppeling) een deel van de toegestane maximum massa van de oplegger of middenasaanhangwagen door de personenauto wordt gedragen. Er zijn hierbij 2 eisen:
- Met de toegestane maximum massa die wordt overgedragen mag de personenauto niet zwaarder worden dan 3500 kg. Dat wordt als volgt berekend: de toegestane maximum massa van de personenauto (wat de personenauto volgens het kentekenbewijs mag wegen) – de massa in rijklare toestand van de personenauto (hoeveel de personenauto werkelijk weegt wanneer u erin zit en de oplegger of middenasaanhangwagen trekt) = een bepaald gewicht. De toegestane maximum massa die wordt overgedragen (de toegestane maximum last onder de koppeling) mag niet hoger zijn dan dit bepaalde gewicht.
- En de toegestane maximum massa op de assen van de oplegger of middenasaanhangwagen mag niet zwaarder zijn dan 3500 kg. Het gaat hier om de toegestane maximum massa die niet op de personenauto wordt overgedragen. Overschrijd je met je voertuig met oplegger of middenasaanhangwagen deze eisen? Dan moet je in veel gevallen het bezit zijn van een rijbewijs C1E.